De kat die niet stierf
Beth en haar vriend Ulf brengen veel tijd door in een afgelegen zomerhuisje buiten Stockholm.
Uit een inrichting in de buurt zijn twee patiënten ontsnapt. Als Beth een man in het schuurtje
naast het huis aantreft, neemt ze aan dat hij een van de ontsnapte patiënten is. Uit voorzorg
pakt ze een bijl en als de man haar lijkt aan te willen vallen, slaat ze hem de schedel in.
Onderweg naar de politie horen Beth en Ulf op de radio dat de patiënten uit de inrichting zijn
opgepakt. In paniek gaan ze terug naar het zomerhuisje en ze begraven het lijk.
Beth lijkt niet onder verdenking te staan. Maar in de weken en maanden na de moord lijdt zij
enorm onder haar schuldgevoel. Als een onbekende vrouw opbelt en meteen weer ophangt, verkeert
ze ook nog eens in de angst dat haar geheim ontdekt zal worden. Wat volgt is een meeslepend
psychologisch spel tussen dader en nabestaande. Het perspectief wisselt per hoofdstuk, wat
een heel spannend verhaal oplevert met een dramatische ontknoping.

Boekgegevens
Titel: De kat die niet stierf (2010)
Auteur: Inger Frimansson
Originele titel: Katten som inte dog (2000)
Vertaling: Tineke Jorissen-Wedzinga
Uitgeverij: Anthos
ISBN: 90-414-1340-5
Omvang: 352 p.